ontbinden

als woordenboektrefwoord:

ontbinden:
(ontbond, ontbonden), losmaken, bevrijden ; een huwelijk ontbinden, te niet doen ; de Kamers ontbinden, naar huis zenden ; een getal in factoren ontbinden.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

ontbinden (ww) :
oplossen, opheffen, resolveren, een einde maken aan, desorganiseren
ontbinden (ww) :
scheiden, losmaken, verbreken, slaken, losbinden
ontbinden (ww) :
analyseren, ontleden

als synoniem van een ander trefwoord:

opheffen (ww) :
oplossen, ontbinden, afschaffen, vernietigen, staken, ontkrachten, verbieden, eindigen, intrekken, sluiten, opdoeken, herroepen, stopzetten, beëindigen, liquideren, afgelasten, tenietdoen, supprimeren
losmaken (ww) :
afnemen, ontbinden, ontkoppelen, lossen, afscheiden, ontknopen, losgooien, losweken, detacheren, openmaken, loskrijgen, losrijgen, losbinden, losdoen, losgespen, lostrekken, lossjorren
scheiden (ww) :
ontbinden, splitsen, loskoppelen, verdelen, losmaken, afscheiden, uiteenlopen, uiteengaan
ontleden (ww) :
ontbinden, onderzoeken, uitpluizen, analyseren, trancheren
verbreken (ww) :
ontbinden, forceren, verstoren, overtreden, schenden
oplossen (ww) :
scheiden, ontbinden, smelten, opgaan, resolveren
slaken (ww) :
ontbinden, losmaken, vieren
desorganiseren (ww) :
ontbinden, rotten
ontleden (ww) :
ontbinden

woordverbanden van ‘ontbinden’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

ontbinden
oprichten, stichten, verbinden

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0022 c