pastoor

als woordenboektrefwoord:

pastoor:
m. (-s), hoofd ener R.-K. parochie.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen: niet gevonden.

als synoniem van een ander trefwoord:

zielenherder (zn) :
geestelijke, dominee, pastoor, predikant, zielzorger, zielenhoeder

woordverbanden van ‘pastoor’ grafisch weergegeven

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 3, blz. 91:

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

in het Verwarwoordenboek van Jan Renkema:
synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0019 c