als woordenboektrefwoord:
als trefwoord met bijbehorende synoniemen:
als synoniem van een ander trefwoord:
woordverbanden van ‘rad’ grafisch weergegeven
in Charivarius' Een Ander Woord (1945):
in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):
Een cirkelvormig plat lichaam, dat om een as kan draaien. Beide woorden hebben volkomen dezelfde beteekenis. In sommige samenstellingen wordt meer het eerste, in andere meer het tweede gebruikt. In enkele streken van ons land wordt rad buiten samenstelling niet gebruikt. Men zegt zoowel het vijfde rad aan een wagen, als een tweewielig voertuig. Een kamrad, een vliegwiel. Radbeslag, wielschoen. Onder het rad raken, een rad vaor de oogen draaien; in de wielen rijden, een spaak in 't wiel steken; radbraken, wielrijden. In figuurlijken zin altijd raddraaier, in eigenlijken steeds wieldraaier.
in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 3, blz. 118:
in Nederduitsche synonymen (1836), band 1, blz. 53:
in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):
woorden met een verwante vorm:
zie ook:
bij andere sites:
debug info: 0.003 c