scheren

als woordenboektrefwoord:

scheren:
(schoor, geschoren), haar, wol afnemen ; gelijk snoeien.
scheren:
(gescheerd), rakelings langs iets vliegen; spannen: een touw scheren.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

scheren (ww) :
knippen, afsnijden, afknippen
scheren (ww) :
spotten, bespotten, schertsen
scheren (ww) :
schieten, vliegen
scheren (ww) :
barbieren
scheren (ww) :
afzetten
scheren (ww) :
schuiven
scheren (ww) :
trimmen

als synoniem van een ander trefwoord:

vliegen (ww) :
flitsen, schieten, racen, stormen, scheren, razen, stuiven, spoeden, suizen, snellen, zoeven
spotten (ww) :
scheren, lasteren, gekscheren, honen, schertsen, leuren, smalen, schimpen
schuiven (ww) :
glijden, scheren, voortschuiven
trimmen (ww) :
knippen, scheren, bijknippen

woordverbanden van ‘scheren’ grafisch weergegeven

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.002 c