spul

als woordenboektrefwoord:

spul:

o. (-len), gereedschap ; eigendom.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

spul (zn) :

eigendom, gereedschap, goed, benodigdheden, bezitting

spul (zn) :

materiaal, stof, pruts, goedje

spul (zn) :

gedoe, geharrewar

als synoniem van een ander trefwoord:

waar (zn) :

koopwaar, goederen, spul, waren, goed, handelswaar, spullen, artikel, handel, winkelwaar, vrachtgoed, koopmansgoed, handelsgoederen

materiaal (zn) :

spul, toebehoren, gereedschap, materieel, uitrusting, benodigdheden, gerei, gerief, uitmonstering, behoeften, outillage, equipage

spullen (zn) :

rommel, zaken, goederen, spul, goed, waar, diversen, handel, dingen, goedje, bul, gerief, boeltje, bedoening, bullen

goed (zn) :

eigendom, spul, bezit, vermogen, bezitting, boeltje, possessie, bezittingen, have

substantie (zn) :

spul, materiaal, stof, grondstof, materie, goedje, zelfstandigheid

handel (zn) :

zaakje, spul, rotzooi, boel, spullen, hebben en houden, bedoening

stof (zn) :

spul, zaak, grondstof, substantie, materie, het stoffelijke

pruts (zn) :

spul, prul, vod

grut (zn) :

spul, grom

woorden met een verwante vorm:

bij andere sites: