zwart

als woordenboektrefwoord:

zwart:

bn. bw. (-er, -st), tegenst. van wit.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

zwart (bn) :

gekleurd, duister, donker, pikzwart, maanloos

zwart (bn) :

verboden, onwettig, illegaal, clandestien

zwart (bn) :

somber, slecht, boos, kwaad, rampspoedig

zwart (bn) :

grimmig, streng, dreigend

zwart (bn) :

fout, fascistisch

zwart (bn) :

besmeurd, vuil

zwart (zn) :

sabel

als synoniem van een ander trefwoord:

vuil (bn) :

vies, vervuild, smerig, zwart, modderig, besmeurd, ongewassen, slonzig, onrein, onfris, smoezelig, schunnig, slobberig, obsceen, groezelig, bemodderd, onzindelijk, morsig, verwaarloosd

somber (bn) :

bewolkt, druilerig, zwart, duister, dreigend, akelig, gedekt, donker, miezerig, naargeestig, luguber, triestig, onverlicht

morsig (bn) :

slordig, vies, onverzorgd, smerig, zwart, vuil, slonzig, smoezelig, viezig, slobberig, kladderig, mottig, voddig

onwettig (bn) :

zwart, ongeoorloofd, onrechtmatig, illegaal, wederrechtelijk, onbillijk, rechteloos, illegitiem

morbide (bn) :

zwart, ziekelijk, wrang, luguber, zwartgallig, sick, misselijkmakend

duister (bn) :

somber, zwart, dreigend, donker

sabel (zn) :

zwart

woordverbanden van ‘zwart’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

zwart ≠

wit

zie ook:

bij andere sites: