blind

als woordenboektrefwoord:

blind:
o. (-en), vensterluik.
blind:
bn. (-er, -st), van het gezicht beroofd; een blinde klip, die onder water is.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

blind (bn) :
goedgelovig, slaafs, onvoorwaardelijk, onkritisch, kritiekloos
blind (bn) :
stekeblind
blind (zn) :
luik, vensterluik

als synoniem van een ander trefwoord:

onvoorwaardelijk (bn) :
blind, effectief, categorisch
afgodisch (bn) :
blind
luik (zn) :
blind

woordverbanden van ‘blind’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

blind
zichtbaar

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0022 c