dag

als woordenboektrefwoord:

dag:
m. (-en), etmaal; tijdsverloop van het op- tot het ondergaan der zon. dagje of daagje, o. (-s).

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

dag (zn) :
morgenstond, dageraad
dag (zn) :
licht, daglicht
dag (zn) :
etmaal
dag (tw) :
gegroet, doei, tot kijk, vaarwel, adieu, ajuus, doeg, tot ziens, tot weerziens, het ga je goed
dag (tw) :
hallo, hoi, goedendag, bonjour

als synoniem van een ander trefwoord:

goedendag (tw) :
dag, hallo, goedemorgen, hoi, goedemiddag, bonjour
hallo (tw) :
dag, gegroet, hoi
bonjour (tw) :
dag, goedendag
etmaal (zn) :
dag, 24 uur
dies (zn) :
dag

woordverbanden van ‘dag’ grafisch weergegeven

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

dag
nacht

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0015 c