flexibel

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

flexibel (bn) :
lenig, elastisch, soepel, buigzaam, makkelijk, meegaand, toegeeflijk, gedwee
flexibel (bn) :
wisselend, veranderlijk

als synoniem van een ander trefwoord:

lenig (bn) :
veerkrachtig, soepel, buigzaam, flexibel, slap, rank, rekkelijk, smedig, smijdig
plooibaar (bn) :
soepel, buigzaam, flexibel, gewillig, meegaand, gedwee, inschikkelijk, willig
buigzaam (bn) :
lenig, soepel, flexibel, plooibaar, gewillig, meegaand, toegeeflijk, gedwee
buigzaam (bn) :
soepel, flexibel, plooibaar, gedwee, inschikkelijk, gesmijdig, smijdig
veranderlijk (bn) :
afwisselend, flexibel, variabel, uitwisselbaar, alterabel
soepel (bn) :
lenig, buigzaam, flexibel, slap, beweeglijk, smedig
variabel (bn) :
wisselend, flexibel, veranderlijk
glijdend (bn) :
flexibel, variabel

woordverbanden van ‘flexibel’ grafisch weergegeven

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

flexibel
stijf, stug

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0024 c