lenen

als woordenboektrefwoord:

lenen:
(geleend), ter leen ontvangen of geven.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

lenen (ww) :
helpen, geven, aanbieden
lenen (ww) :
uitlenen, voorschieten
lenen (ww) :
ontlenen, borgen
lenen (ww) :
geschikt zijn
lenen (ww) :
leunen

als synoniem van een ander trefwoord:

bieden (ww) :
bezorgen, lenen, geven, aanbieden, leveren, opofferen, schenken, brengen, toestaan, verschaffen, toekennen, presenteren, toesteken, reiken, offreren
ontlenen (ww) :
lenen, uitlenen
crediteren (ww) :
lenen, borgen

woordverbanden van ‘lenen’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 397:

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 3, blz. 287:

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0218 nc