loochenen

als woordenboektrefwoord:

loochenen:
(geloochend), ontkennen.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

loochenen (ww) :
ontkennen, negeren, herroepen, desavoueren

als synoniem van een ander trefwoord:

negeren (ww) :
ontkennen, geen notitie nemen van, aan zijn laars lappen, wegcijferen, wegwuiven, loochenen, zich niets aantrekken van, in de wind slaan, ignoreren
ontkennen (ww) :
miskennen, verloochenen, loochenen, ontveinzen
desavoueren (ww) :
laten vallen, wraken, loochenen
dementeren (ww) :
ontkennen, loochenen

woordverbanden van ‘loochenen’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

loochenen, ontkennen

Zeggen of beweren, dat iets niet zoo is, als men ons wil laten beweren. Loochenen heeft het bijbegrip, dat het ontkennen geschiedt tegen beter weten in. De waarheid loochenen; zijne handteekening loochenen.

in Keur van Nederlandsche Synoniemen (1922):

loochenen, ontkennen

Staande houden, dat iets niet zoo is.

Ontkennen drukt dit zonder meer uit. Deze schrijver ontkent, dat Jan van Schaffelaar van den toren is gesprongen. De beschuldigde ontkent, dat hij gestolen heeft.

Loochenen heeft de bijgedachte, dat men tegen beter weten in iets ontkent, dus dat men met opzet liegt. Hij loochent wel dit stuk geschreven te hebben, maar zijn schrift verraadt hem.

in Nederduitsche synonymen (1836), band 1, blz. 260:

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 373:

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

loochenen
beamen, bevestigen, beweren, erkennen, onderschrijven, stellen, toegeven

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0025 c