maskeren

als woordenboektrefwoord:

maskeren:
(gemaskerd), zich met een masker onkenbaar maken.
maskeren:
(gemaskeerd), verbergen; onzichtbaar maken.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

maskeren (ww) :
verhullen, verbergen, vermommen, verbloemen, wegsteken, bemantelen

als synoniem van een ander trefwoord:

verbergen (ww) :
verhullen, verzwijgen, achterhouden, bedekken, verstoppen, geheimhouden, wegstoppen, vermommen, verbloemen, maskeren, wegsteken, verheimelijken, bemantelen, verhelen, ontveinzen, verduiken
dekken (ww) :
bedekken, verbergen, camoufleren, toedekken, maskeren, beschutten, overdekken
verbloemen (ww) :
verhullen, verbergen, verdoezelen, maskeren, bewimpelen, bemantelen, verhelen
verbergen (ww) :
wegwerken, verdoezelen, maskeren
vermommen (ww) :
verbergen, camoufleren, maskeren
bemantelen (ww) :
verbergen, verbloemen, maskeren
wegsteken (ww) :
maskeren

woordverbanden van ‘maskeren’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 407:

maskeren, vermommen

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

maskeren
tonen

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0036 c