pin

als woordenboektrefwoord:

pin:
v. (-nen), ijzeren of houten nagel. pinnetje, o. (-s).

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

pin (zn) :
pen, nagel, stift, plug, punaise, bout, spie, deutel
pin (zn) :
wasknijper, knijper
pin (zn) :
gierigaard, vrek
pin (zn) :
feeks

als synoniem van een ander trefwoord:

gierigaard (zn) :
geldwolf, pin, krent, vrek, schraper, schraalhans, duitendief, pezewever
tap (zn) :
stop, pin, prop, plug, spil, spon, draaibout, deuvik
pen (zn) :
naald, breinaald, pin, speld, breipen
pen (zn) :
nagel, stift, pin, spie, deuvel
naald (zn) :
wijzer, pin
bout (zn) :
pin, spie
stift (zn) :
pen, pin

woordverbanden van ‘pin’ grafisch weergegeven

in de Woordenlijst onnodig Engels:

pin  zn.:
speldje

woorden met een verwante vorm:

bijvoeglijk naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0105 nc