rumoer

als woordenboektrefwoord:

rumoer:
o. getier; opschudding.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

rumoer (zn) :
leven, geweld, lawaai, herrie, geraas, gedruis
rumoer (zn) :
ophef, gerucht, drukte, opschudding, tumult

als synoniem van een ander trefwoord:

opschudding (zn) :
opwinding, ophef, rel, verwarring, gerucht, kabaal, gedoe, ruzie, sensatie, drukte, alarm, beweging, herrie, omwenteling, wanorde, commotie, geraas, rumoer, schrik, beroering, spektakel, heisa, ontwrichting, deining, keet, consternatie, oploop, tumult, ontsteltenis, bedoening, reuring, alteratie
drukte (zn) :
ophef, opwinding, kabaal, lawaai, herrie, commotie, opschudding, kapsones, rumoer, beroering, spektakel, bombarie, heibel, deining, keet, tumult, stampij, stennis, poeha, stampei, reuring, begankenis, poerim, soesa, ambras
lawaai (zn) :
leven, kabaal, drukte, geweld, herrie, geraas, rumoer, gesodemieter, trammelant, spektakel, heibel, misbaar, tumult, poerim, tempeest, charivari
leven (zn) :
kabaal, drukte, lawaai, herrie, geraas, rumoer, gekrioel, geschal, kakofonie, stampei, reuring, gewemel
lawaai (zn) :
leven, kabaal, herrie, geraas, rumoer, spektakel, heibel, tamtam, gedruis, getier
tumult (zn) :
drukte, lawaai, commotie, opschudding, rumoer
herrie (zn) :
leven, kabaal, lawaai, rumoer, tempeest
gedruis (zn) :
leven, drukte, lawaai, rumoer, gewoel
geraas (zn) :
kabaal, lawaai, rumoer, spektakel
gerucht (zn) :
opschudding, rumoer, opzien

woordverbanden van ‘rumoer’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in Nederduitsche synonymen (1836), band 1, blz. 319:

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

rumoer
rust, stilte

woorden met een verwante vorm:

bijvoeglijk naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0021 c