tam

als woordenboektrefwoord:

tam:
bn. bw. (-mer, -st), niet wild.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

tam (bn) :
gewillig, mak, meegaand, gedwee, handelbaar, getemd
tam (bn) :
rustig, gematigd, saai
tam (bn) :
zacht, mat, slap
tam (bn) :
gekweekt

als synoniem van een ander trefwoord:

gedwee (bn) :
volgzaam, gehoorzaam, onderworpen, onderdanig, nederig, tam, gewillig, mak, koest, meegaand, slaafs, inschikkelijk, willig, murw, gezeglijk, handelbaar, ootmoedig, deemoedig, dociel
handelbaar (bn) :
volgzaam, onderworpen, handzaam, tam, gewillig, mak, meegaand, coulant, gedwee, inschikkelijk, gezeglijk
gematigd (bn) :
matig, kalm, ingetogen, beheerst, tam, bezadigd, moderaat, gemodereerd
mak (bn) :
tam, gedwee, handelbaar, getemd
slaafs (bn) :
tam, fantasieloos

woordverbanden van ‘tam’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

getemd, tam, mak

Tam is het dier, dat rustig met den mensch leeft en hem nuttig is. Getemd is het wilde dier, dat de mensch heeft weten te temmen. Mak is het dier in zooverre het aan den mensch gehecht is, en gedwee doet wat deze wil. Temmen heet een dier dwingen zijn woesten aard af te leggen, zich voor den menschelijken wil te buigen; tam maken het zoo onder bedwang brengen, dat het als een huisdier wordt. Temmen wordt ook figuurlijk gebezigd. Zijne lusten, driften, hartstochten temmen.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 393:

mak, tam

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

tam
beproefd, degelijk, deugdelijk, drastisch, hard, hardvochtig, ingrijpend, kloek, krachtig, kras, solide

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0022 c