tocht

als woordenboektrefwoord:

tocht:
m. (-en), windtrek ; reis.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

tocht (zn) :
trek, wandeling, trip, fietstocht, reis, mars, expeditie, rit, weg, rondrit, excursie, rondgang, tournee, tour, toer, dagreis
tocht (zn) :
trek, luchtstroom, trekwind
tocht (zn) :
vaart, sloot, wetering
tocht (zn) :
hartstocht, begeerte

als synoniem van een ander trefwoord:

reis (zn) :
vakantie, uitstapje, trip, tocht, rit, rondrit, overtocht, excursie, tour, sightseeing, reisje
expeditie (zn) :
ontdekkingsreis, onderneming, reis, zoektocht, tocht, onderzoekingstocht
weg (zn) :
koers, route, loop, tocht, afstand, traject, koerslijn
tour (zn) :
rondreis, tocht, ronde, rondrit, rondgang, tournee
tournee (zn) :
rondreis, tocht, ronde, rondrit, rondgang, tour
toer (zn) :
rondreis, tocht, rondrit, tour
trek (zn) :
loop, tocht, stroom
mars (zn) :
tocht, voettocht
vaart (zn) :
gang, loop, tocht
rit (zn) :
reis, tocht

woordverbanden van ‘tocht’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

reis, tocht

Beide woorden geven het trekken van de eene plaats naar de andere te kennen. Tocht is het algemeene woord, en wordt bijuitstek gebruikt, wanneer er bij het trekken moeilijkheden te overwinnen zijn. Reis ziet meer op den verren afstand. Vandaar, dat het was een heele tocht en het was eene heele reis niet hetzelfde beteekenen; dat men alleen spreekt van een veldtocht, een bergtocht, en van verre reizen doen, niet van een veldreis, wel echter van een pleizierreisje, enz.

in Keur van Nederlandsche Synoniemen (1922):

reis, tocht

Het trekken van de eene plaats naar de andere.

Tocht onderstelt, dat er moeilijkheden te overwinnen zijn, terwijl reis meer op den verren afstand ziet. Zoo spreekt men bij het leger van veldtochten, niet van veldreizen. Waarom is het beter te zeggen een pleizierreisje dan een pleiziertochtje?

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 3, blz. 128:

reis, tocht

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord
werkwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.003 c