betamen

als woordenboektrefwoord:

betamen:
(betaamd), voegen, passen.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

betamen (ww) :
passen

als synoniem van een ander trefwoord:

behoren (ww) :
passen, gepast zijn, horen, moeten, dienen, hoeven, betamen
passen (ww) :
voegen, schikken, horen, uitkomen, betamen, conveniëren
horen (ww) :
passen, gepast zijn, moeten, behoren, betamen
moeten (ww) :
horen, dienen, behoren, betamen
voegen (ww) :
betamen

woordverbanden van ‘betamen’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

behoren, betamen, passen, voegen

Het begrip, dat aan al deze woorden gemeen is, is dat van eene verplichting om in zekere omstandigheden op eene aangewezen wijze te handelen. Behooren duidt de reden dier verplichting niet nader aan. Betamen stelt die verplichting voor als een uitvloeisel van ons plichtbesef, als een zedelijk moeten. Passen en roegen beschouwen haar als een gevolg dor omstandigheden. Men behoort te vergeven en te vergeten. Het betaamt ons de wederwaardigheden des levens met onderwerping te dragen. Het voegt mij niet u tegen te spreken. Het is zeer ongepast iemand in de rede te vallen.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 253:

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 3, blz. 271:

voegen, vlijen, betamen

woorden met een verwante vorm:

bijvoeglijk naamwoord / bijwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0019 c