constructie

als woordenboektrefwoord:

constructie:
v. (...tiën, -s), samenstelling ener meetk. fig.; bouworde; woordschikking.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

constructie (zn) :
gebouw, bouwwerk, stelsel, organisatie, structuur, maaksel, samenstel, makelij
constructie (zn) :
inrichting, bouw, aanleg, vorming
constructie (zn) :
vorm, bouwwijze, bouwtrant
constructie (zn) :
woordschikking

als synoniem van een ander trefwoord:

inrichting (zn) :
samenstelling, verdeling, opstelling, plaatsing, indeling, constructie, regeling, schikking, ordening, maaksel, rangschikking
samenstelling (zn) :
opbouw, inrichting, compositie, constructie, vorming, synthese, structuur, compositum
bouw (zn) :
opbouw, aanleg, vorm, constructie, gestalte, maaksel, makelij, bouwtrant
gebouw (zn) :
pand, bouw, bouwwerk, constructie, monument, complex
makelij (zn) :
bouw, constructie, factuur, maaksel, fabricaat
vorm (zn) :
bouw, uitvoering, constructie, wijze, modus
samenstel (zn) :
inrichting, bouw, constructie, structuur
maaksel (zn) :
constructie, makelij
aanleg (zn) :
bouw, constructie

woordverbanden van ‘constructie’ grafisch weergegeven

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0024 c