huiselijk
als woordenboektrefwoord:
- huiselijk, huislijk:
- bn. bw. (-er, -st), gezellig.
als trefwoord met bijbehorende synoniemen:
- huiselijk (bn) :
- knus, ongedwongen, intiem, gezellig, familiaal
- huiselijk (bn) :
- echtelijk, gezins-, familie-
- huiselijk (bn) :
- huiszittend
- huiselijk (bn) :
- vertrouwd
- huiselijk (bn) :
- huislijk
als synoniem van een ander trefwoord:
- intiem (bn) :
- vertrouwelijk, knus, privé, openhartig, gezellig, particulier, vertrouwd, behaaglijk, persoonlijk, huiselijk, innig, familiair, gemeenzaam
- gezellig (bn) :
- knus, ongedwongen, sfeervol, intiem, behaaglijk, huiselijk, knusjes, kneuterig, welbehaaglijk
- vertrouwd (bn) :
- gezellig, huiselijk, familiair, gemeenzaam, familiaar
- knus (bn) :
- gezellig, gemoedelijk, huiselijk, kneuterig
- familiaal (bn) :
- privé, gezellig, huiselijk
woordverbanden van ‘huiselijk’ grafisch weergegeven
in Charivarius' Een Ander Woord (1945):
- eenvoudig:
- enkel, simpel, sober, stemmig, onopgesmukt, ongekunsteld, naïef, gewoon, natuurlijk, gering, gemoedelijk, huiselijk, kortweg
- gemoedelijk:
- familiaar, los, ongedwongen, eenvoudig, natuurlijk, gemeenzaam, minzaam, intiem, vertrouwelijk, gezellig, huiselijk
- gezellig:
- genoeglijk, onderhoudend, huiselijk, knus, intiem, prettig, plezierig, aangenaam, gemoedelijk
- huiselijk:
- gemoedelijk, gezellig
woorden met een verwante vorm:
zelfstandig naamwoord
bij andere sites:
synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
overige:
debug info: 0.0031 c
