jongen

als woordenboektrefwoord:

jongen:
m. (-s), mannelijk kind; knecht, knechtje.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

jongen (zn) :
kerel, gabber, baas, knul, gast, makker, vent, man, gozer, vriend, heerschap, snuiter, goof, basserool
jongen (zn) :
jong, ventje, kind, knaap, jongeman, mannetje, jochie, adolescent, jongetje, joch, boy, jonk
jongen (zn) :
zoon, zoonlief
jongen (tw) :
joh
jongen (ww) :
werpen, jongen werpen, kalven, zich voortplanten

als synoniem van een ander trefwoord:

vent (zn) :
jongen, kerel, vogel, gabber, knaap, knul, gast, peer, man, knakker, gozer, jochie, snuiter, pief, pee
knaap (zn) :
jongen, kerel, knul, vent, jongeling, jochie, jongmens
jongetje (zn) :
kereltje, jongen, ventje, knaapje, mannetje, joch
jongeman (zn) :
jongen, knaap, jongeling, adolescent, jongmens
man (zn) :
kereltje, jongen, ventje, knaap, knul, mannetje
zoon (zn) :
jongen, kind, knaap

woordverbanden van ‘jongen’ grafisch weergegeven

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 286:

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

jongen
griet, meid, meisje

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0016 c