knoeier

als trefwoord met bijbehorende synoniemen: niet gevonden.

als synoniem van een ander trefwoord:

sukkel (zn) :
dwaas, bloed, prutser, sufferd, idioot, debiel, mislukkeling, schaap, kruk, ziel, kluns, stommerik, peer, nul, stakker, stomkop, uilskuiken, druiloor, ei, ezel, klungel, oen, stommerd, dwaze, stommeling, domkop, sloeber, knoeier, domoor, imbeciel, zot, sul, stuntel, stumperd, sukkelaar, schlemiel, loser, onnozelaar, zwakzinnige, treuzelaar, schapenkop, lijs, bonhomme, cretin
bedrieger (zn) :
oplichter, afzetter, schurk, vervalser, valsspeler, kwakzalver, fraudeur, draaier, knoeier, zwendelaar, fopper, defraudant, tweezak, slingeraar, knopendraaier, mystificateur, misleider, ladelichter, bedotter, verlakker, fielt
kruk (zn) :
prutser, mislukkeling, onhandig mens, sukkel, stok, stommerd, knoeier, steel, stumper, broddelaar
kluns (zn) :
sufferd, sukkel, uilskuiken, klungel, oen, knoeier, klojo, sul, klungelaar
klungel (zn) :
sufferd, kluns, sukkel, knoeier, domoor, koekenbakker, beuzelaar
fraudeur (zn) :
oplichter, bedrieger, knoeier, zwendelaar
krabber (zn) :
achterblijver, scharrelaar, knoeier
koekenbakker (zn) :
prutser, klungel, knoeier, stumper
flodderaar (zn) :
sloddervos, knoeier, slordevos
cowboy (zn) :
beunhaas, knoeier, broddelaar
brekebeen (zn) :
sukkel, beunhaas, knoeier
prul (zn) :
klungel, knoeier, pruts
broddelaar (zn) :
prutser, knoeier

woordverbanden van ‘knoeier’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord
werkwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0028 c