kwijnen

als woordenboektrefwoord:

kwijnen:
(gekwijnd), lusteloos zijn; langzaam uitteren ; verwelken.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

kwijnen (ww) :
verzwakken, sukkelen, verwelken, verkommeren, wegsterven, verflauwen, achteruitgaan, uitteren
kwijnen (ww) :
treuren, kniezen

als synoniem van een ander trefwoord:

verwelken (ww) :
vergaan, slap hangen, verslappen, wegkwijnen, verdorren, kwijnen, verleppen, verflensen, welken, verslensen
achteruitgaan (ww) :
aftakelen, afbrokkelen, verergeren, verslechteren, kwijnen, interen, verslechten
uitteren (ww) :
verzwakken, vermageren, wegkwijnen, kwijnen, wegteren, uitmergelen
sukkelen (ww) :
schommelen, dompelen, kwakkelen, kwijnen, laboreren
kniezen (ww) :
piekeren, mokken, kwijnen, zich opvreten
treuren (ww) :
slap hangen, kwijnen

woordverbanden van ‘kwijnen’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

kwijnen
gedijen, tieren

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
bijvoeglijk naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0017 c