uitvinden

als woordenboektrefwoord:

uitvinden:
(uitgevonden), uitdenken.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

uitvinden (ww) :
verzinnen, bedenken, uitzoeken, uitdenken
uitvinden (ww) :
uitvissen

als synoniem van een ander trefwoord:

onderzoeken (ww) :
inkijken, verkennen, toetsen, inzien, bestuderen, inspecteren, beschouwen, uitvinden, bekijken, te weten komen, uitzoeken, uitpluizen, beproeven, nagaan, testen, keuren, ontrafelen, analyseren, examineren, ontleden, peilen, traceren, bezien, nazien, exploreren, naspeuren, uitvissen, napluizen, nasporen, uitvorsen, onder de loep nemen, navorsen
ontdekken (ww) :
blootleggen, onderscheiden, merken, vinden, uitvinden, te weten komen, bespeuren, opsporen, uitpluizen, ondervinden, aantreffen, achterhalen, opsteken, detecteren, gewaarworden, opduikelen, bemerken, opspeuren, tot de ontdekking komen, in het oog krijgen
bedenken (ww) :
ontwerpen, uitstippelen, smeden, vinden, verzinnen, uitvinden, plannen, brouwen, construeren, fantaseren, ontdekken, uitbroeden, beramen, uitdokteren, uitkienen, uitdenken, concipiëren, uitknobbelen, verdichten, fingeren
vinden (ww) :
blootleggen, uitvinden, opduiken, opsporen, achterhalen, detecteren, uitvissen, opduikelen, opdiepen, uitknobbelen, tot de ontdekking komen
uitzoeken (ww) :
uitvinden, bekijken, uitpluizen, uitmaken, uitvogelen, uitvissen, uitkienen, uitvlooien, uitvlassen, uitpuzzelen
ontdekken (ww) :
verzinnen, uitvinden, bedenken, uitvissen, uitknobbelen
achterhalen (ww) :
uitvinden, nagaan, uitvissen, nasporen

woordverbanden van ‘uitvinden’ grafisch weergegeven

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

ontdekken, uitvinden

Men ontdekt wat reeds aanwezig, maar niet bekend was. Men vindt uit, hetgeen eerst door de vinding van den menschelijken geest ontstaat. De ontdekking van de kracht van den stoom leidde tot de uitvinding der stoommachines. Men zegt dat de Chineezen lang voor de Europeanen de boekdrukkunst uitgevonden hebben, Columbus ontdekte Amerika.

in Keur van Nederlandsche Synoniemen (1922):

ontdekken, uitvinden

Van een onbekende zaak kennis krijgen.

Men ontdekt, wat reeds bestond, maar nog niet bekend was: Columbus ontdekte Amerika (letterlijk: het dek der onbekendheid, dat het land voor Europa verborg, wegnemen).

Uitvinden heeft betrekking op nieuwigheden, die aan het menschelijk vernuft te danken zijn en die te voren nog niet bekend waren. De uitvinding van de boekdrukkunst schijnt men thans weer met meer recht dan vroeger aan Laurens Janszoon Coster te mogen toeschrijven.

(De uitdrukking: „Ik zal den dader wel uitvinden", die men tegenwoordig in navolging van vreemde talen wel hoort, is dus beslist af te keuren; vooreerst bestaat de dader reeds, en 2°. wordt de dader niet door een gelukkige combinatie van het menschelijk vernuft te voorschijn gebracht, zooals uitvinden onderstelt.)

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 3, blz. 38:

ontdekken, uitvinden

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
woordcombinaties:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0019 c