als woordenboektrefwoord:
als trefwoord met bijbehorende synoniemen:
als synoniem van een ander trefwoord:
woordverbanden van ‘vangen’ grafisch weergegeven
in Charivarius' Een Ander Woord (1945):
in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):
Iemand, die iets kwaads gedaan heeft, in zijn macht krijgen. Betrappen is eigenlijk in de trappe of val loopen, en duidt dus een op listige wijze bemachtigen aan, op het oogenblik dat de daad gepleegd wordt. Verrassen geeft te kennen, dat men den kwaaddoener te vlug geweest is, zoodat hij niet heeft kunnen ontkomen. Vangen geeft te kennen, dat vóór het grijpen eenige poging om te ontkomen heeft plaats gehad, terwijl vatten de bloote daad van grijpen aanduidt. Eindelijk betrapte hij den dief. Wij hebben hem verrast; hij kon dus niet ontkennen. Ik ving den nachtelijken bezoeker nog net door hem bij een pand van zijne jas te grijpen. Door den dienaar der gerechtigheid is de booswicht gevat en in verzekerde bewaring gebracht.
Iets 'met de hand bemachtigen. Vangen onderstelt, dat men op het voorwerp jacht heeft gemaakt; vatten en pakken, welk laatste woord meer in de spreek- dan in de schrijftaal gebruikt wordt, zien meer op de daad van het bemachtigen; grijpen onderstelt, dat men er zich van meester maakt door eene snelle beweging. Men vangt visschen en vogels met netten. Een dief wordt gegrepen, gevat en gepakt. De moeder val het kind bij de hand om het te beveiligen. Hij pakt wat hij krijgen kan. In hare ontsteltenis greep zij mij plotseling bij den arm.
in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 328:
in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 222:
woorden met een verwante vorm:
bij andere sites:
debug info: 0.0021 c