vereren

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

vereren (ww) :
aanbidden, verheerlijken, verafgoden, adoreren, bewieroken
vereren (ww) :
hoogachten

als synoniem van een ander trefwoord:

bewonderen (ww) :
respecteren, opkijken tegen, opkijken naar, waarderen, aanbidden, weglopen met, vereren, ontzag hebben, verafgoden, opzien naar, adoreren, dwepen met, vergoddelijken, hoogschatten
adoreren (ww) :
opkijken tegen, bewonderen, aanbidden, weglopen met, vereren, verafgoden, dwepen met
verafgoden (ww) :
aanbidden, verheerlijken, vereren, adoreren, dwepen
aanbidden (ww) :
vereren, verafgoden, adoreren, vergoden
eren (ww) :
in ere houden, vereren
eerbiedigen (ww) :
vereren, eren

woordverbanden van ‘vereren’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

aanbidden, vereren

Beide duiden eene toewijding door gebeden of eerbiedige hulde aan. Aanbidden is sterker, en wordt voornamelijk gebezigd van godsdienstige vereering. Men aanbidt God. Vereeren is eerbiedige hulde bewijzen, doch zonder dat hierbij noodzakelijk aan uiting der vereering wordt gedacht. Zij vereerden Baäl, niet Jehova. Hij vereerde den ouden dichter om zijne schoone verzen, maar nooit had hij hem zulks door woord of daad kunnen doen blijken. In figuurlijken zin wordt aanbidden ook gebruikt in de uitdrukking de opgaande zon aanbidden (de bovendrijvende partij naar de oogen zien en vleien), en in de beteekenis van hartstochtelijk beminnen: hun aangebeden kind. In deze beteekenis wordt vereeren niet gebezigd.

Geven is de algemeene uitdrukking. Eene aalmoes geven, een voorbeeld geven. Aanbieden is op zeer beleefde wijze iemand iets geven, zoodat het aannemen van hetgeen gegeven of geschonken wordt, vereerend is voor den gever. Een geschenk, een stoel, een arm aanbieden. Schenken heeft de bijgedachte van iemand te vereeren of iemand genoegen te doen door hem iets te geven. Vandaar: iemand zijn vertrouwen schenken; iemand genade, vergiffenis schenken. Vereeren is met een geschenk eer aandoen. Zijn oud leerlingen vereerden hem een kostbaar geschenk. Verleenen, eigenl. ter leen geven, geeft te kennen, dat hetgeen men geeft iets goeds is, dat uit gunst gegeven wordt. Hulp en bijstand verleenen.

in Keur van Nederlandsche Synoniemen (1922):

Iets in het bezit van een ander brengen.

Geven is vooral: iemand iets overhandigen en het volle gebruik er van afstaan. Mededeelen is: iets, wat men bezit, met een ander deelen. Schenken is: iets kosteloos geven, soms met de bijgedachte, dat het voor den ontvangende vereerend is: Ik schenk u dit boek op uw verjaardag. Hij schonk mij zijn vertrouwen. Vereeren is: schenken in de laatste beteekenis met de bijgedachte van daardoor zijn achting of vereering te toonen: De koning vereerde den dichter met een bezoek. Verleenen zegt, dat men iets uit hooge gunst schenkt: De koning verleende den veroordeelde gratie. Aanbieden is: iets willen geven, zonder te weten of het aanvaard zal worden.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 4:

aanbidden, vereren

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 3, blz. 153:

schenken, geven, vereren

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

vereren
haten, onteren, verafschuwen

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0028 c