afroepen

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

afroepen (ww) :
mededelen, uitvaardigen, aflezen, bekendmaken, afkondigen
afroepen (ww) :
opnoemen, oplezen
afroepen (ww) :
wegroepen

als synoniem van een ander trefwoord:

afkondigen (ww) :
uitroepen, verkondigen, openbaar maken, mededelen, uitvaardigen, afroepen, bekendmaken, proclameren, decreteren
roepen (ww) :
afroepen

woordverbanden van ‘afroepen’ grafisch weergegeven

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

afroepen, oproepen

In de eerste plaats, iemand roepen om elders te komen. Afroepen veronderstelt dan, dat hij zich van de plaats, waar hij zijne bezigheid heeft, op weg moet begeven om naar elders te gaan. Bij oproepen roept men iemand van eene plaats weg, en geeft aan waarvoor hij komen moet, zoo dit niet bekend wordt verondersteld. Iemand van zijn werk afroepen. De candidaten mogen voor het mondeling examen niet van het schriftelijk werk worden afgeroepen. Hij werd, opgeroepen om voor den rechter te verschijnen. Verder beteekenen beide woorden: overluid de namen van personen oplezen. Afroepen is de namen van personen, die op eene lijst staan, in geregelde volgorde luide uitspreken tot de lijst ten einde is. Oproepen is het noemen van iemands naam om hem te ontbieden voor eene of andere handeling. Hij riep de namen af, naarmate de rijtuigen der familie voorkwamen. De voorzitter riep alle leden een voor een op om te stemmen.

woorden met een verwante vorm:

werkwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0019 c