draai

als woordenboektrefwoord:

draai:

m. (en), wending.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

draai (zn) :

bocht, kronkel, wending, ruk, zwaai, toer, draaiing, zwier, zwenking

draai (zn) :

tik, mep, lel, oplawaai, optater

draai (zn) :

formulering, inkleding

draai (zn) :

bocht, kromming

draai (zn) :

genoegen, schik

draai (zn) :

klap

als synoniem van een ander trefwoord:

wending (zn) :

draai, verandering, keer, rotatie, ommekeer, ommezwaai, draaiing, zwenk, omdraaiing, kronkeling, volte, tournure

draaiing (zn) :

draai, twist, wending, omwenteling, wenteling, zwenking, draaibeweging

zwenking (zn) :

draai, slinger, wending, zwaai, ommezwaai, draaiing, zwieper, zwenk

bocht (zn) :

draai, buiging, lus, kronkel, curve, kromming, kronkeling, kromte

kronkel (zn) :

draai, rimpel, kromming, vouw, frommel, kronkeling, winding

slag (zn) :

draai, rotatie, omwenteling, wenteling, toer, aswenteling

ruk (zn) :

schok, trek, haal, draai, greep, stoot, nop, hort, snok

winding (zn) :

draai, bocht, slag, kronkel, wikkeling, kronkeling

toer (zn) :

draai, slag, omwenteling, wenteling, draaiing

kronkeling (zn) :

draai, bocht, wending, meander, slingering

zwier (zn) :

draai, krul, zwaai, zwieper, zwenk

schroef (zn) :

draai, spiraal, schroefdraai

wending (zn) :

draai, wenteling, draaiing

slinger (zn) :

draai, zwaai, slingering

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

woorden met een verwante vorm:

bij andere sites: