hek

als woordenboektrefwoord:

hek:
o. (-ken), getralied afschutsel, inz. dat open- en toedraait.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

hek (zn) :
afsluiting, omheining, hekwerk, raster, balustrade, omrastering, traliewerk, staketsel
hek (zn) :
poort, dam, schutting, deur, tuinhekje, draaihek

als synoniem van een ander trefwoord:

omheining (zn) :
hek, schutting, tuin, haag, afrastering, omrastering, palissade, betuining, heining, omtuining, schutsel
afscheiding (zn) :
schot, muur, hek, schutting, wand, omheining, schrikdraad, heg, afrastering, beschot, heining
barrière (zn) :
hek, hindernis, slagboom, belemmering, versperring, obstructie
poort (zn) :
ingang, hek, deur, hoofdingang, toegang
uitgang (zn) :
poort, hek, deur, uitweg, exit, sortie
latwerk (zn) :
hek, glint, leiboom, spalier

woordverbanden van ‘hek’ grafisch weergegeven

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Eene afsluiting die uit ijzeren of houten tralies bestaat, en open of dicht gedraaid kan worden, noemt men hek; de afsluiting aan stoepen, bruggen, of in de pleitzaal om het publiek van de rechters te scheiden, wordt balie genoemd. Voor balie als afschutting van balkon, bordes enz. is balustrade in gebruik gekomen. Thans wordt balie veel minder gehoord dan vroeger, en is hiervoor in gebruik gekomen het woord leuning, dat eigenlijk een dwarsbalk is om op te steunen, b.v. bij het beklimmen van een trap. Bestaat de afsluiting uit een enkele horizontaal geplaatste paal dan noemt men dit een boom; wordt de opening gemaakt door den boom opwaarts te bewegen, dan noemt men dit een slagboom.

Eene afsluiting, die een stuk grond afscheidt van den grond er om heen. Omtuining laat in het midden of de afsluiting beslaat uit struiken, hekwerk of hout. Schutting is eene afsluiting door middel van een houten of steenen muur, een hek is eene afsluiting door latwerk of door ijzeren stangen. Haag of heg duiden eene afscheiding van twee stukken grond aan, door middel van struiken, meest haagdoorn; heining (eigenlijk hagening) of omheining is eene haag of schutting, die een stuk grond omgeeft. Tuin thans synoniem met hof, beteekende oorspronkelijk ook heining, en is in dezen zin nog in enkele uitdrukkingen, als de Hollandsche tuin, een tuin van wilgenhout om den varkensloop, in gebruik.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 196:

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0025 c