individueel

als woordenboektrefwoord:

individueel:
bn. afzonderlijk; persoonlijk.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

individueel (bn) :
personeel, privé, eigen, particulier, persoonlijk, privaat
individueel (bn) :
los, apart, afzonderlijk
individueel (bw) :
op zichzelf, ieder voor zich

als synoniem van een ander trefwoord:

los (bn) :
open, vrij, wankel, apart, ongebonden, afzonderlijk, individueel, slap, eraf, uiteen, onverpakt, onvast, onderbroken, loshangend, beweegbaar, afneembaar
persoonlijk (bn) :
personeel, privé, individueel, particulier, subjectief, à titre personnel
particulier (bn) :
intiem, privé, eigen, individueel, persoonlijk, privaat, familiaar
eigen (bn) :
apart, afzonderlijk, individueel, persoonlijk
afzonderlijk (bn) :
individueel, persoonlijk
personeel (bn) :
individueel, persoonlijk
apart (bn) :
individueel
afzonderlijk (bw) :
alleen, individueel

woordverbanden van ‘individueel’ grafisch weergegeven

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

individueel
collectief, gemeenschappelijk

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0029 c