als trefwoord met bijbehorende synoniemen:
als synoniem van een ander trefwoord:
woordverbanden van ‘nu’ grafisch weergegeven
in Charivarius' Een Ander Woord (1945):
in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):
Tegenwoordig is hetgeen in den tijd, waarop men spreekt, geschiedt of is; bij uitbreiding, in de dagen waarin men leeft, in tegenoverstelling van de vroegere. Thans ziet op het tegenwoordige in betrekking tot het voorafgaande en het toekomende; nu duidt één gelijktijdig tijdpunt in het tegenwoordige aan. Voorheen en thans; toen en nu. Als we bedenken, wat we al hebben doorgezwoegd, dan kunnen we gerust zeggen, dat we thans volkomen gelukkig zijn. Zult gij nu achteruit krabbelen, nu wij zoover gevorderd zijn? Daar ik mijn doel bereikt heb, reis ik nu weer heen. — Nu wordt ook wel gebruikt van een tijd, die eigenlijk verleden is; maar die met betrekking tot eene andere handeling als tegenwoordig gedacht wordt, ten einde levendigheid aan het verhaal bij te zetten. Wien mocht hij bijstand bieden, nu zij als tijgers op elkander aanvielen? Het valt nu en dan voor.
in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 487:
in Nederduitsche synonymen (1836), band 2, blz. 380:
in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):
zie ook:
bij andere sites:
debug info: 0.0022 c