hond

als woordenboektrefwoord:

hond:
m. (-en); de hond in de pot vinden, komen als het eten op is ; komt men over de hond, dan komt men ook over de staart, als de grootste moeilijkheid overwonnen is, volgt de rest vanzelf.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

hond (zn) :
teef, joekel, blaffer, reu

als synoniem van een ander trefwoord:

vlegel (zn) :
hond, lummel, schoft, kwajongen, lomperd, vlerk, botterik, kinkel, blaag, rekel, kataas
fik (zn) :
hond, keeshond

woordverbanden van ‘hond’ grafisch weergegeven

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0029 c

Dankzij donaties zie je op deze en volgende pagina's geen advertenties.

Wist je dat synoniemen.net een eenmansproject is? Door te doneren help je bij het voortbestaan en om advertenties hier helemaal overbodig te maken.