kerel

als woordenboektrefwoord:

kerel:
m. (-s), man, inz. die groot, flink, moedig is ; vaak in ongunstige zin ; vent.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

kerel (zn) :
vrijer, knaap, klant, knul, gast, vent, peer, man, knakker, gozer, postuur, heerschap, snuiter, bink, pief, pee, kastaar, kadee

als synoniem van een ander trefwoord:

man (zn) :
meneer, kerel, baas, mijnheer, heer, gast, vent, heerschap, snuiter, bink, kinkel, pief, manspersoon, broger, basserool, kadee
jongen (zn) :
kerel, gabber, baas, knul, gast, makker, vent, man, gozer, vriend, heerschap, snuiter, goof, basserool
vent (zn) :
jongen, kerel, vogel, gabber, knaap, knul, gast, peer, man, knakker, gozer, jochie, snuiter, pief, pee
gast (zn) :
type, kerel, vogel, figuur, knaap, knakker, gozer, heerschap
knakker (zn) :
type, kerel, vogel, gast, vent, gozer, snuiter, snoeshaan
knaap (zn) :
jongen, kerel, knul, vent, jongeling, jochie, jongmens
baas (zn) :
kerel, mannetje, vent, man, vriend, basserool, baasje
klant (zn) :
kerel, vogel, knaap, vent, man, heerschap, pief
snuiter (zn) :
kerel, vent, zonderling, alias, kwant
bink (zn) :
stuk, kerel, vent, man, gozer, macho
snaak (zn) :
kerel, knaap, gast, snuiter, kwant
gabber (zn) :
kerel, vent, gozer, snuiter, pief
pee (zn) :
kerel, vent, vader
peer (zn) :
kerel, vent, pief
postuur (zn) :
type, kerel, vent
vrijer (zn) :
kerel, kloris
snoeshaan (zn) :
kerel, vent

woordverbanden van ‘kerel’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 397:

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0032 c

Dankzij donaties zie je op deze en volgende pagina's geen advertenties.

Wist je dat synoniemen.net een eenmansproject is? Door te doneren help je bij het voortbestaan en om advertenties hier helemaal overbodig te maken.