kraan

als woordenboektrefwoord:

kraan:
m. (kranen), kraanvogel.
kraan:
v. (kranen), tap (van een vat enz.); werktuig om zware lasten op te lichten.
kraan:
m. en v. (kranen), flink, knap persoon.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

kraan (zn) :
tap, mengkraan, hoofdkraan, afsluitkraan
kraan (zn) :
hijskraan, takel, lier, windas
kraan (zn) :
kopstuk, kei, knapperd, crack
kraan (zn) :
hijswerktuig

als synoniem van een ander trefwoord:

knapperd (zn) :
licht, baas, slimmerik, kraan, bolleboos, slimmerd, whizzkid, goochemerd
kei (zn) :
ster, genie, kraan, uitblinker, kanjer, bolleboos, crack, klepper
baas (zn) :
kraan, kanjer, kei, bolleboos, knapperd, klepper
tap (zn) :
pomp, bar, buffet, kraan, toog, tapkast
uitblinker (zn) :
ster, kraan, topper, kei, knapperd
klepper (zn) :
baas, kraan, kei, bolleboos
kopstuk (zn) :
kraan

woordverbanden van ‘kraan’ grafisch weergegeven

woorden met een verwante vorm:

bijvoeglijk naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0032 c

Dankzij donaties zie je op deze en volgende pagina's geen advertenties.

Wist je dat synoniemen.net een eenmansproject is? Door te doneren help je bij het voortbestaan en om advertenties hier helemaal overbodig te maken.