grossier

als woordenboektrefwoord:

grossier:
m. (-s), koopman in het groot.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

grossier (zn) :
groothandelaar

als synoniem van een ander trefwoord: niet gevonden.

woordverbanden van ‘grossier’ grafisch weergegeven

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Iemand die handel drijft. Handelaar en hoopman zijn de algemeene benamingen. Grossier is een koopman in het groot; winkelier een koopman, die zijne waren in het klein aan den gaanden en komenden man afzet; kramer eigenlijk een koopman, die met een verplaatsbaren winkel, eene kraam, op markten en kermissen staat; venter een koopman, die zijne waren aan de huizen verkoopt.

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.002 c