leuren

als woordenboektrefwoord:

leuren:
(geleurd), waren langs de deur venten.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

leuren (ww) :
meeslepen, zeulen
leuren (ww) :
rondbazuinen
leuren (ww) :
spotten
leuren (ww) :
venten

als synoniem van een ander trefwoord:

meeslepen (ww) :
meenemen, meesleuren, slepen, meebrengen, sleuren, meekrijgen, leuren, entraineren
spotten (ww) :
scheren, lasteren, gekscheren, honen, schertsen, leuren, smalen, schimpen

woordverbanden van ‘leuren’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0073 c