schans

als woordenboektrefwoord:

schans:
v. (-en), fort; wal.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

schans (zn) :
springschans
schans (zn) :
versterking
schans (zn) :
wal

als synoniem van een ander trefwoord:

versterking (zn) :
schans, vestingwerk
wal (zn) :
bolwerk, schans
verschansing (zn) :
schans

woordverbanden van ‘schans’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 3, blz. 321:

wal, vest, schans, bolwerk, muur

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0026 c