vlot

als woordenboektrefwoord:

vlot:
bn. bw. drijvend ; vlug, rad.
vlot:
o. (-ten), houtvlot.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

vlot (bn) :
vlug, vloeiend, gemakkelijk, snel, probleemloos, losjes, gesmeerd, plezierig, prompt, rad, grif, onbelemmerd
vlot (bn) :
pittig, sportief, modieus, kittig, kek, jeuïg
vlot (bn) :
leuk, spontaan, gemakkelijk, gezellig
vlot (bn) :
hard, rap, ras, spoedig, gezwind
vlot (bn) :
handig, bedreven, coulant
vlot (bn) :
drijvend
vlot (zn) :
vaartuig
vlot (zn) :
houtvlot

als synoniem van een ander trefwoord:

ongedwongen (bn) :
vloeiend, natuurlijk, los, spontaan, gemakkelijk, eerlijk, volmondig, vlot, losjes, onbevangen, vrijmoedig, nonchalant, ongegeneerd, frank, frank en vrij, onverbloemd, onomwonden, gemeenzaam, ruiterlijk, onverholen, sans gêne, ongemaakt, ongekunsteld, onbeschroomd, familiaar
plezierig (bn) :
lekker, leuk, prettig, gelukkig, lollig, gemakkelijk, goed, aangenaam, charmant, aardig, fijn, vlot, gezellig, behaaglijk, vermakelijk, grappig, amusant, jofel, genoeglijk, plezant
snel (bn) :
haastig, hard, vlug, wakker, rap, ras, spoedig, vluchtig, gauw, vlot, direct, rad, jachtig, rats, schielijk, gezwind, ijlings, als de bliksem, fast, scheetsgewijs, presto
gemakkelijk (bn) :
vloeiend, eenvoudig, glad, licht, soepel, moeiteloos, vlot, probleemloos, makkelijk, geriefelijk, ongecompliceerd
voorspoedig (bn) :
gelukkig, vlot, bloeiend, welvarend, florissant, zegenrijk, florerend
glad (bn) :
vloeiend, vlug, gemakkelijk, vlot, probleemloos, rad, op rolletjes
pittig (bn) :
energiek, vlot, dynamisch, fris, levenslustig, kittig
spoedig (bn) :
haastig, vlug, rap, ras, snel, vlot, rad, gezwind, fluks
prompt (bn) :
vlug, rap, snel, vlot, onverwijld, pront, geredelijk
trendy (bn) :
hip, eigentijds, modieus, vlot, modisch, bijdetijds
vloeiend (bn) :
glad, gemakkelijk, ongedwongen, vlot, coulant
drijvend (bn) :
vlot, zwevend, vlottend, zwemmend, dobberend
los (bn) :
vrij, luchtig, ongedwongen, sierlijk, vlot
vlug (bn) :
haastig, snel, voortvarend, vlot, jachtig
luchtig (bn) :
gemakkelijk, vlot, oppervlakkig
pront (bn) :
flink, snel, vlot, prompt, monter
rad (bn) :
vlug, rap, glad, snel, vlot
grif (bn) :
vlug, rap, snel, vlot
sportief (bn) :
vlot, kek
jeuïg (bn) :
vlot
losjes (bw) :
ontspannen, vluchtig, ongedwongen, vlot, oppervlakkig, informeel
gauw (bw) :
vlug, rap, spoedig, snel, vlot, weldra, binnenkort, fluks
soepel (bw) :
moeiteloos, gemakkelijk, vlot, gesmeerd, op rolletjes
hard (bw) :
vlug, rap, ras, spoedig, snel, vlot, rad, gezwind
goed (bw) :
voorspoedig, lekker, vlot, op rolletjes
grifweg (bw) :
zomaar, vlot, vlotweg
vaartuig (zn) :
schip, vlot, schuit, boot

woordverbanden van ‘vlot’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in Nederduitsche synonymen (1836), band 2, blz. 284:

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

vlot
antiek, formeel, hoekig, lijzig, ouderwets, stijf, stroef

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord
werkwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0039 c

Dankzij donaties zie je op deze en volgende pagina's geen advertenties.

Wist je dat synoniemen.net een eenmansproject is? Door te doneren help je bij het voortbestaan en om advertenties hier helemaal overbodig te maken.