bete

als woordenboektrefwoord:

bete:
v. (-n), stuk, mondvol.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen: niet gevonden.

als synoniem van een ander trefwoord:

dom (bn) :
simpel, stom, onverstandig, suf, onzinnig, kortzichtig, onnozel, onwetend, onbenullig, onbezonnen, stompzinnig, hardleers, stupide, ezelachtig, geesteloos, verstandeloos, bête, uilig
onnozel (bn) :
kinderachtig, simpel, suf, groen, naïef, dom, schaapachtig, halfzacht, sullig, argeloos, imbeciel, lichtgelovig, schlemielig, bête, nes
schaapachtig (bn) :
niet begrijpend, dom, onnozel, stupide, bête
stuk (zn) :
plak, reep, brok, portie, gedeelte, aandeel, hap, deel, passage, klomp, eind, onderdeel, fragment, scherf, brokstuk, lap, segment, stronk, part, moot, geleding, snipper, homp, bete, pièce, metameer, wegge
hap (zn) :
beet, hapje, maaltijd, bete

woordverbanden van ‘bete’ grafisch weergegeven

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0028 c