marcheren

als woordenboektrefwoord:

marcheren:
(gemarcheerd), te voet gaan ; oprukken inz. van soldaten.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

marcheren (ww) :
werken, lopen, vorderen, gaan, functioneren
marcheren (ww) :
stappen, rukken
marcheren (ww) :
vlotten

als synoniem van een ander trefwoord:

verlopen (ww) :
lopen, voorbijgaan, marcheren, gebeuren, gaan, verkeren, vervliegen, zijn beloop krijgen, verstrijken, voortschrijden, zich ontwikkelen, voorbijvliegen, vervlieden, verglijden
lopen (ww) :
ijsberen, stappen, benen, treden, voortbewegen, wandelen, marcheren, gaan, slenteren, kuieren, schrijden, stiefelen, zich begeven, pikkelen
werken (ww) :
draaien, lopen, aan staan, marcheren, doen, gaan, opereren, functioneren
lopen (ww) :
werken, draaien, in bedrijf zijn, marcheren, gaan, functioneren
gaan (ww) :
werken, lopen, marcheren, functioneren
stappen (ww) :
marcheren
vlotten (ww) :
marcheren

woordverbanden van ‘marcheren’ grafisch weergegeven

woorden met een verwante vorm:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
woordcombinaties:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0023 c

Dankzij donaties zie je op deze en volgende pagina's geen advertenties.

Wist je dat synoniemen.net een eenmansproject is? Door te doneren help je bij het voortbestaan en om advertenties hier helemaal overbodig te maken.