als woordenboektrefwoord:
als trefwoord met bijbehorende synoniemen:
als synoniem van een ander trefwoord:
woordverbanden van ‘ruilen’ grafisch weergegeven
in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):
Iets geven of ontvangen in de plaats van iets, dat ontvangen of gegeven wordt. Verruilen geschiedt altijd door twee personen, die iets wal zij zelf bezitten aan een ander geven, om daarvoor iets anders, wat zij liever hebben, in de plaats te ontvangen. Jongens verruilen dikwijls hunne griffels voor knikkers. Verwisselen kan ook gezegd worden van één persoon, en behoeft niet opzettelijk te geschieden; het kan bij vergissing plaats hebben. De leerlingen verwisselen van plaats. De goochelaar had in 't geheim de hoeden verwisseld. Men verwisselt hij ongeluk zijn hoed tegen dien van een ander. Ruilen, dat meer gemeenzaam is dan verruilen, beteekent dikwijls ruilhandel drijven, waarvoor soms ook ruilebuiten gezegd wordt, als het voorwerp verzwegen is. Die jongens ruilen altijd postzegels. Laat men de verwisseling der voorwerpen sterk uitkomen, dan gebruikt men omruilen. Laten wij maar van plaats omruilen, ik kan 't daar ook wel zien.
in Keur van Nederlandsche Synoniemen (1922):
Zich van iets ontdoen, om er iets anders voor in de plaats te nemen.
Verruilen wil zeggen, dat de handeling opzettelijk en met eens anders toestemming geschiedt, terwijl het verruilde voorwerp een anderen eigenaar krijgt. Ik heb mijn kleurdoos tegen zijn passerdoos verruild.
Verwisselen duidt aan, dat daarbij niet de toestemming van een ander wordt vereischt, terwijl de handeling ook zonder opzet kan geschieden. Bovendien kan men slechts gelijksoortige zaken verwisselen. Bij vergissing had ik mijn hoed tegen den zijnen verwisseld. (De handeling is toevallig.) — Kinderen, verwisselt de leien! (De handeling is wel opzettelijk, maar elkanders toestemming is niet vereischt; ook veranderen de leien niet van eigenaars.) Wat beteekent: De kinderen verruilen de leien?
woorden met een verwante vorm:
bij andere sites:
debug info: 0.0024 c