sporadisch

als woordenboektrefwoord:

sporadisch:
bn. bw. verstrooid ; buiten verband : zeer zelden.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

sporadisch (bn) :
schaars, zelden, zeldzaam, weinig, af en toe, incidenteel
sporadisch (bn) :
verstrooid

als synoniem van een ander trefwoord:

zeldzaam (bn) :
schaars, weinig voorkomend, sporadisch, infrequent
af en toe (bw) :
bij gelegenheid, soms, zo nu en dan, van tijd tot tijd, incidenteel, sporadisch, bij wijlen, occasioneel, bij tijd en wijle, een enkele maal, een enkele keer, bij tussenpozen, somtijds
incidenteel (bw) :
nu en dan, zo nu en dan, af en toe, sporadisch, een enkele keer, bij tijden
zelden (bw) :
weinig, bijna nooit, niet vaak, sporadisch, hoogstzelden
schaars (bw) :
zelden, spaarzaam, sporadisch

woordverbanden van ‘sporadisch’ grafisch weergegeven

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

sporadisch
dikwijls, vaak, veel, veelvuldig

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0131 nc