vaststellen

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

vaststellen (ww) :
bevinden, vinden, opmerken, bewijzen, wijzen op, constateren, situeren, diagnosticeren, determineren, zich vergewissen van, zich ervan verzekeren dat
vaststellen (ww) :
uitschrijven, bepalen, stellen, beoordelen, uitmaken, definiëren, evalueren, verordenen, kwantificeren, resolveren, constitueren
vaststellen (ww) :
beslissen, regelen, voorschrijven
vaststellen (ww) :
afmeten, registreren

als synoniem van een ander trefwoord:

beslissen (ww) :
bepalen, beschikken, vaststellen, besluiten, stellen, uitmaken, afspreken, oordelen, berechten, beslechten, beklinken, decideren, bedisselen, decreteren
bepalen (ww) :
meten, vaststellen, uitrekenen, berekenen, begrenzen, nagaan, instellen, constateren, afbakenen, situeren, determineren, kwantificeren, uitmikken
vinden (ww) :
treffen, bevinden, merken, vaststellen, terugvinden, ontmoeten, stuiten op, aantreffen, tegenkomen, ontdekken, aanlopen tegen
peilen (ww) :
opnemen, doorgronden, bepalen, meten, vaststellen, onderzoeken, lokaliseren, gronden, aftasten, polsen, sonderen
opsporen (ww) :
vaststellen, vinden, constateren, ontdekken, op het spoor komen, aan het licht brengen
registreren (ww) :
opvangen, meten, vaststellen, waarnemen, constateren, aflezen, percipiëren, voorvoelen
bevinden (ww) :
inzien, vaststellen, beoordelen, zien, uitmaken, achten, schatten, oordelen
regelen (ww) :
bepalen, vaststellen, behandelen, besturen, beklinken, regisseren
evalueren (ww) :
vaststellen, koersen, ramen, schatten, keuren, taxeren, begroten
uitmaken (ww) :
onderscheiden, bepalen, vaststellen, beslissen, besluiten
constateren (ww) :
bevinden, vaststellen, signaleren, opmerken, waarnemen
situeren (ww) :
bepalen, vaststellen, plaatsen, zetten, zich afspelen
opmerken (ww) :
vaststellen, zeggen, aanstippen, te berde brengen
voorzien (ww) :
bepalen, vaststellen, voorschrijven, uittrekken
stellen (ww) :
bepalen, vaststellen, beslissen, voorschrijven
fixeren (ww) :
vastleggen, bepalen, vaststellen
determineren (ww) :
bepalen, vaststellen, bestemmen
afmeten (ww) :
bepalen, vaststellen, toemeten
nagaan (ww) :
bepalen, vaststellen, uitmaken
constitueren (ww) :
vaststellen, verordenen
prikken (ww) :
bepalen, vaststellen
uitschrijven (ww) :
bepalen, vaststellen

woordverbanden van ‘vaststellen’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

bepalen, vaststellen

Iets nauwkeurig aangeven, zoodat men weet waar men zich aan houden kan. Bepalen is door palen afzetten, en krijgt zoo verder de beteekenis van nauwkeurig opgeven of aanwijzen, vaststellen is aan iets wankelends stevigheid geven, derhalve maken dat iets vast staat, zeker is, en boven allen twijfel verheven. Een dag bepalen is dus juister dan een dag vaststellen, evenals den prijs vaststellen juister is dan den prijs bepalen; want in het eerste geval perkt men als het ware uit al de komende dagen één dag af, in het laatste geeft men aan den prijs, die iets onzekers en dobberends heeft, vastigheid. Op het bepaalde uur vergaderde de commissie om het programma der feestelijkheden vast te stellen. Een sterrenkundige bepaalt den duur van de aswenteling eener nieuw ontdekte planeet; hier o. a. kan men vaststellen niet gebruiken.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 221:

bedingen, vaststellen

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 298:

bepalen, vaststellen

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 301:

beramen, bepalen, vaststellen

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
woordcombinaties:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0021 c