zang

als woordenboektrefwoord:

zang:
m. het zingen.
zang:
m. (-en), lied ; deel van een gedicht.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

zang (zn) :
lied, zangstuk, canto
zang (zn) :
gezang
zang (zn) :
canto

als synoniem van een ander trefwoord:

lied (zn) :
vers, zang, liedje, gezang, rijmpje, wijs, lofzang, wijsje, zangstuk, chanson, hymne, song

woordverbanden van ‘zang’ grafisch weergegeven

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Lied is elk klein gedicht, in zooverre het gezongen wordt; verder is het de naam van gedichten, die zouden kunnen gezongen worden, maar waarvoor juist geene melodie behoeft te bestaan. Zang heeft dezelfde beteekenis, bovendien wordt het gebruikt voor eene afdeeling van een lyrisch of episch gedicht. Gezang is een zangstuk, een stuk op muziek gezet, bij uitstek een lied, dat bij de godsdienstoefening wordt gezongen. Bij sommige gezindten wordt lied ook voor kerk gezang gebruikt. Deuntje is een bekend liedje, dat meer om de wijs dan om de woorden gezongen wordt. Een deuntje fluiten. Figuurlijk: het zal wel het oude liedje zijn = we zullen weer hetzelfde moeten hooren.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 49:

deun, gezang, lied, zang

in Nederduitsche synonymen (1836), band 2, blz. 389:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0034 c