als trefwoord met bijbehorende synoniemen:
als synoniem van een ander trefwoord:
woordverbanden van ‘afweren’ grafisch weergegeven
in Charivarius' Een Ander Woord (1945):
in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):
Een vijand of een vijandelijken aanval door vechten tegengaan, zoodat de vijand genoodzaakt wordt zijn aanval te staken. Bij afweren bepaalt men zich tot zelfverdediging; afslaan is, door zich vechtend te weer te stellen, den aanvaller met geweld van wapenen noodzaken den aanval te staken.
Uw stadt en staet verduurt der Monarchyen troonen,
Slaat Mahomets geweld met ysre klaeuwen af. (Vondel).
Men recht, men stormt op 't oude slot,
En wordt van trans en wallen Met slappe handen afgeweerd. (Bild.).
in Keur van Nederlandsche Synoniemen (1922):
Een aanval tegengaan.
Afweren geschiedt geheel uit zelfverdediging, men houdt daarbij den vijand van zich af en dekt zich tegen zijn aanvallen.
Bij afslaan denkt men meer aan een krachtdadig optreden: men valt den vijand aan en tracht hem op de vlucht te drijven. — Figuurlijk gebruikt komt alleen afweren voor, bijv. het gevaar van iemand afweren; iemands liefkoozingen afweren.
in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 130:
woorden met een verwante vorm:
bij andere sites:
debug info: 0.0017 c