boetvaardigheid

als trefwoord met bijbehorende synoniemen: niet gevonden.

als synoniem van een ander trefwoord:

berouw (zn) :
spijt, inkeer, zelfverwijt, gewetensnood, wroeging, zelfbeschuldiging, schuldbesef, gewetenswroeging, gewetensangst, boetvaardigheid

woordverbanden van ‘boetvaardigheid’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

berouw, boetvaardigheid, leedwezen, spijt, wroeging

Het pijnlijke gevoel, dat zich van ons meester maakt bij het besef, dat wij verkeerd gehandeld hebben. Spijt is de zwakste uiting daarvan; men kan die ook gevoelen over volkomen onschuldige handelingen. Achteraf beschouwd, spijt het mij toch, dat ik niet naar het concert gegaan ben. Leedwezen onderstelt eene daad, waardoor we ons zelf of anderen werkelijk benadeeld hebben, en die we om die reden ongedaan zouden wenschen te maken. Diep en aanhoudend leedwezen over onze misslagen of misstappen noemt men berouw. Berouw wordt boetvaardigheid, wanneer het vergezeld gaat van de bereidwilligheid om de straf te ondergaan, die ons tot boete der overtreding en tot onze verbetering wordt opgelegd. De boetvaardige zondares. Wroeging is het knagend zelfverwijt van den misdager, die te verhard is om zich te bekeeren, maar toch de stem van zijn geweten niet kan onderdrukken. Gelijk berouw tot boetvaardigheid leidt, leidt wroeging tot wanhoop.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 310:

berouw, boetvaardigheid, leedwezen, wroeging

woorden met een verwante vorm:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.002 c