pluis

als woordenboektrefwoord:

pluis:
v. (pluizen), vlokje. Pluisje, o. (-s).
pluis:
o. geplozen touwwerk.
pluis:
bn. in orde, veilig : het is daar niet pluis.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

pluis (zn) :
haartje, vlok, vezeltje, draadje
pluis (zn) :
vlokken
pluis (bn) :
veilig, in orde

als synoniem van een ander trefwoord:

in orde (bn) :
werkzaam, werkend, correct, juist, pluis, functionerend
koosjer (bn) :
legaal, betrouwbaar, pluis, zuivere koffie, onverdacht
veilig (bn) :
betrouwbaar, zeker, beschermd, beschut, pluis, safe

woordverbanden van ‘pluis’ grafisch weergegeven

woorden met een verwante vorm:

bijvoeglijk naamwoord
werkwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0024 c