slachtoffer

als woordenboektrefwoord:

slachtoffer:
o. (-s), (fig.) lijder.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

slachtoffer (zn) :
gedupeerde, gewonde, oorlogsslachtoffer, getroffene, geblesseerde
slachtoffer (zn) :
sigaar, mikpunt, prooi, pineut, dupe, benadeelde
slachtoffer (zn) :
offer, offerande, offerdier

als synoniem van een ander trefwoord:

dupe (zn) :
sigaar, slachtoffer, pineut, gedupeerde, klos, pisang, bedrogene, haasje, benadeelde
offer (zn) :
slachtoffer, offerdier
prooi (zn) :
slachtoffer

woordverbanden van ‘slachtoffer’ grafisch weergegeven

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

offer, offerande, slachtoffer

Offer heeft in het algemeen de beteekenis van gewijde gave (een offer op het altaar des vaderlands); in dichterlijke taal kan elk huldeblijk zoo worden genoemd. Offerande beteekent zoowel de daad van het offeren, als de gave, die geofferd wordt (Abrahams offerande); verder bewijs van hulde, liefde of dankbaarheid. Offerande is meer in deftigen stijl in gebruik, terwijl offer het gewone woord is. Slachtoffer heeft eene meer beperkte beteekenis; met offer is het gelijk in beteekenis, waar dit woord in den zin van bloedig offer genomen wordt. Figuurlijk wordt het in het bijzonder gebezigd tot aanduiding van hem, die bij het najagen van een zeker doel, of wel doordat hij zich laat beheerschen door de eene of andere hartstocht, zijn ondergang vindt, of wel van personen, die als het offer van heerschzucht, wraak enz. van anderen vallen. Karel I van Engeland werd het slachtoffer van zijne dubbelhartigheid.

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0017 c