vullen

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

vullen (ww) :
volstoppen, laden, vol maken, volproppen, volpompen, volschenken, volgieten
vullen (ww) :
stoppen, dempen, dichtmaken, plempen
vullen (ww) :
bezetten, occuperen
vullen (ww) :
vervullen
vullen (ww) :
verrijken

als synoniem van een ander trefwoord:

aanvullen (ww) :
vullen, bijwerken, opvullen, completeren, vervolledigen
dempen (ww) :
vullen, dichtmaken, dichtgooien, plempen
laden (ww) :
vullen, belasten, beladen, inschepen
vervullen (ww) :
vullen, doordringen

woordverbanden van ‘vullen’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 3, blz. 314:

vullen, vervullen

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

vullen
legen

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
zelfstandig naamwoord

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
woordcombinaties:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0025 c