vestigen

als woordenboektrefwoord:

vestigen:
(gevestigd), zich ergens vestigen, gaan wonen.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

vestigen (ww) :
neerstrijken, oprichten, instellen, gronden, stichten, inplanten, institueren, grondvesten, constitueren
vestigen (ww) :
richten, sturen, wenden

als synoniem van een ander trefwoord:

oprichten (ww) :
opbouwen, vestigen, organiseren, bouwen, opzetten, openen, vormen, instellen, construeren, stichten, institueren, grondvesten
vastmaken (ww) :
vastleggen, vestigen, vastzetten, binden, vastbinden, verbinden, bevestigen, fixeren, vasthechten
stichten (ww) :
bouwen, vestigen, beginnen, oprichten, instellen, gronden, funderen, institueren, grondvesten
instellen (ww) :
vestigen, oprichten, invoeren, stichten, creëren, institueren, grondvesten
grondvesten (ww) :
vestigen, neerzetten, oprichten, instellen, stichten
gronden (ww) :
vestigen, baseren, grondvesten
inplanten (ww) :
vestigen, plaatsen

woordverbanden van ‘vestigen’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
zelfstandig naamwoord

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
woordcombinaties:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0019 c