woning

als woordenboektrefwoord:

woning:
v. (-en), wo'ninkje, o. (-s).

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

woning (zn) :
verblijf, woonplaats, thuis, woon, verblijfplaats, woonhuis, onderdak, flat, tehuis, huis, honk, appartement, behuizing, domicilie, woonruimte, woongelegenheid, woonst

als synoniem van een ander trefwoord:

huis (zn) :
thuis, woonhuis, onderdak, woning, kot, domicilie, home, heem, woonruimte, woongelegenheid, maison, woonst
behuizing (zn) :
studio, woning, flat, onderkomen, huisvesting, huis, appartement, woongelegenheid, etagewoning
thuis (zn) :
woonplaats, woning, tehuis, huis, honk, domicilie, haardstede
woonplaats (zn) :
verblijf, thuis, woon, verblijfplaats, zetel, woning, woonst
flat (zn) :
woning, appartement, maisonnette, etagewoning
onderdak (zn) :
woning, onderkomen, huis

woordverbanden van ‘woning’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

woning, huis, verblijf

Verblijf is elke plaats, waar men zich korteren of langeren tijd ophoudt. Terwijl verblijf eigenlijk eene plaats van vertoef aanduidt, wordt het dikwijls in denzelfden zin als woning genomen. Aan woning verbindt zich het denkbeeld, dat de plaats door den bewoner is ingericht voor een verblijf van eenigen duur. Een huis veronderstelt een houten of steenen gebouw met muren, en door een dak gedekt dat tot menschelijke woning is ingericht. Een hol, een gat in den grond kan tot verblijf strekken ook voor dieren; dient het ook voor menschen dan kan men ook van woning spreken. Zoowel een huis, als eene hut of stulp kan den mensch tot woning strekken.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 3, blz. 359:

woning, huis, paleis

woorden met een verwante vorm:

werkwoord

bij andere sites:

in het Verwarwoordenboek van Jan Renkema:
synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
woordcombinaties:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.002 c